Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [3]Waarom zouden [4]de heidenen zeggen: Waar is nu hun God? 3. Dat is, waarom zoudt Gij den heidenen oorzaak geven te zeggen: Waar is nu hun God? Te weten, nadat zij ons zouden overwonnen en overmeesterd hebben, pochende en roemende, alsof Gij ons niet hadt kunnen beschermen of verlossen; Heere, wil zulks niet toelaten, maar behoed en bescherm ons genadiglijk: zie hfdst.79 vs.10. 4. Te weten, de volken, die rondom ons liggen.